Nieuwe landbouwovereenkomst in Denemarken faalt op dierengebied

Dit overeenkomst bepaalt dat boeren vanaf 2030 een vergoeding moeten betalen per ton uitgestoten kooldioxide-equivalent. Hoewel het wordt geprezen als een “historische overeenkomst”, is de realiteit dat wel Het handhaaft de intensivering van landbouwpraktijken en negeert het welzijn van miljoenen dieren.

Het akkoord is gebaseerd op de verwachting dat de productiviteit zal stijgen, met een vraag naar hogere melkopbrengsten en meer biggen per zeug. Dit zullen het lijden van dieren die in krappe en ontoereikende omstandigheden leven, nog verder verergeren.

Het ook negeert het sentiment van het publiekdie heeft riep voortdurend op tot een verschuiving weg van de intensieve landbouw. Met andere woorden: de overeenkomst is een gemiste kans om een ​​nieuwe weg in te slaan voor de Deense landbouw.

Bovendien is de dierenwelzijnsovereenkomst die eerder dit jaar werd gepresenteerd en slechts vage aanbevelingen bevatte die geen echte verbeteringen opleverden voor miljoenen varkens, koeien en pluimvee. Op beide fronten is er dus geen vooruitgang geboekt op het gebied van dierenwelzijn. Denemarken produceert ruim 200 miljoen boerderijdieren per jaar, in een land met slechts vijf miljoen inwoners.

Het is ons een raadsel hoe politici het raamwerk voor de landbouw kunnen veranderen zonder zich met de dieren bezig te houden. De dieren hadden geen stem in de onderhandelingen in Grøn Trepart. Dit is duidelijk te zien in het resultaat en de viering door de landbouw van de zogenaamde nieuwe stabiele randvoorwaarden. Maar de intensieve landbouw die nu verder is verankerd, strookt niet met de wensen van het volk.

Britta Riis, directeur Dierenbescherming Denemarken