FAO publiceert richtlijnen voor duurzame aquacultuur

De richtlijnen dierenwelzijn en de plaats ervan in duurzame ontwikkeling erkennen van aquacultuur, maar hanteren een beperkte benadering met een gebrek aan duidelijke aanbevelingen over de belangrijkste duurzaamheidskwesties van de aquacultuur; zoals de onmogelijkheid om vleesetende dieren op een hulpbronnenefficiënte manier te voeren.

De richtlijnen volgen recente bevindingen van de FAO Dat, voor het eerst in de geschiedenis heeft de aquacultuur de vangstvisserij overtroffen als belangrijkste producent van waterdieren. Een ander rapport laat de verwachte impact van klimaatrisico’s voor visbiomassa in de oceanen van de wereld.

De Eurogroep voor Dieren verwelkomt deze richtlijnen, die een belangrijke stap vormen in de richting van verbetering van welzijns- en duurzaamheidsnormen in de aquacultuur wereldwijd.

Belangrijkste hoogtepunten:

  • Opname van dierenwelzijn in de definitie van duurzame aquacultuur en een afzonderlijk hoofdstuk over bioveiligheid en dierenwelzijn, waarin de nadruk wordt gelegd op het belang van dierenwelzijn bij ziektepreventie;
  • Er zijn diverse maatregelen die direct gericht zijn op het verbeteren van het dierenwelzijn, waaronder de bevordering van capaciteitsopbouw op het gebied van dierenwelzijn door middel van goede veehouderij en bioveiligheid, welzijnstraining voor bevoegde autoriteiten en werknemers in de aquacultuur;
  • Er zijn verschillende maatregelen die het beste kunnen worden bereikt door maatregelen die het welzijn aanzienlijk verbeteren, waaronder een verminderd gebruik van antimicrobiële middelen en andere diergeneesmiddelen;
  • Erkenning dat ongevoerde aquacultuur (waaronder filtervoedende vinvissen, algen/zeewier en tweekleppige weekdieren) moet worden bevorderd, omdat hiervoor minder hulpbronnen nodig zijn, het aantrekkelijk is voor de levering van waardevolle ecosysteemdiensten en de negatieve impact op ecosystemen vermindert);
  • Aanbeveling om het gebruik van wilde vis als voer te verminderen;
  • Aanbeveling om regelgeving en normen op te stellen op basis van internationale instrumenten, en om geloofwaardige certificeringsschema’s te bevorderen, onder meer op basis van de richtlijnen van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH);
  • Bevordering van de complexiteit van het milieu en de biodiversiteit in aquacultuursystemen, met name door het bieden van leefgebied en toevluchtsoord voor land- en waterdieren;
  • Aanbeveling om aquacultuurfinanciering en investeringsregels en -processen vast te stellen die transparant en ecologisch duurzaam zijn. Dit is cruciaal om ervoor te zorgen dat financiering niet naar nieuwe methoden gaat die schadelijk zouden zijn voor het milieu en het dierenwelzijn, zoals plannen om boerderij octopussen in Spanje.

De intrinsieke waarde van dieren en het belang van de mentale toestand van dieren worden echter niet erkend in deze richtlijnen. Er is ook een discrepantie tussen de aanbeveling voor “duurzame intensivering” van aquacultuursystemen en de principes van welzijn en duurzaamheidOpvallend is dat de richtlijnen recirculerende aquacultuursystemen definiëren als duurzaam, ondanks hun enorme energiebehoefte, maximale vraag naar voerbronnen, onvruchtbare omgevingen, enorme bezettingsdichtheden en frequente massale sterftegebeurtenissen.

Helaas, de aanbeveling om nieuwe soorten voor aquacultuur te onderzoeken is gericht op het voldoen aan de waargenomen marktvraag. Het mist daarom de belangrijkste bijdrage die nieuwe soorten zouden moeten leveren, namelijk aquacultuur om over te schakelen op de productie van laag-trofische soorten.

Welzijnsoverwegingen en de mogelijkheid om dieren een goed leven te bieden op boerderijen, zouden een centrale vraag moeten zijn bij het ontwikkelen van duurzame aquacultuursystemen met lage sterftecijfers en een hoge resource-efficiëntie. Met name de overgang naar ongevoerde aquacultuur zou het belangrijkste criterium moeten zijn om soorten als geschikt voor aquacultuur te beschouwen.

De ontwikkeling van nieuwe carnivore sectoren, zoals de octopuskwekerij, moet worden aangemerkt als een niet-duurzame ontwikkeling. en de FAO zou toezicht moeten aanmoedigen om dergelijk onderzoek en commerciële activiteiten te voorkomen.

Op dezelfde manier, Dierenwelzijn moet een centrale overweging zijn bij het ontwikkelen en bewijzen van nieuwe technologieënzoals offshore-aquacultuur, selectieve fokprogramma’s, verwerkingsapparatuur en behandelingsmethoden.

Het is belangrijk dat de FAO neemt passende maatregelen om de implementatie van deze vrijwillige richtlijnen te waarborgen en moedigt zowel actoren in de waardeketen als overheden aan om laag-trofische, niet-gevoerde aquacultuur te bevorderen en de hoogste duurzaamheidsnormen te hanteren in hun openbare aanbestedingsprogramma’s.

Wij roepen de FAO op om Ontwikkel als volgende stap specifieke richtlijnen voor het welzijn van gekweekte waterdieren en om de beste welzijnspraktijken te integreren in de Ecosysteembenadering voor aquacultuurbeheer opleidingsprogramma, in coördinatie met de werkzaamheden die op het niveau van de Europese Unie gaande zijn om de Strategische richtsnoeren van de EU voor aquacultuur voor 2030waaronder het ontwikkelen van goede veehouderijpraktijken en soortspecifieke welzijnsindicatoren.