Hoe schakel je de Dierenbescherming in...

Gestart door Moppers, mei 14, 2009, 13:34:25

Vorige topic - Volgende topic

0 Leden en 1 gast bekijken dit topic.

Moppers

Sommige leden komen wel eens dieren tegen die zich in een dieronvriendelijke situatie bevinden. Wat kan je dan doen? Je kunt de persoon die verantwoordelijk is voor de dieren erop aanspreken. Als die persoon niet te vinden is, of als diegene niets aan de situatie doet, dan kan je de Dierenbescherming inschakelen. Maar hoe doe je dat en wat wordt er met de melding gedaan? Aangezien ik sinds december bij Dierenbescherming Delfland werk als kantoormedewerker, kan ik hier wat informatie over geven.


Er is een landelijk nummer voor melding van dierenmishandeling. Dat nummer is 0900-2021210 (10 cent per minuut). Sommige afdelingen nemen zelf ook meldingen aan, maar het merendeel verwijst naar dit nummer. Als je dit nummer belt kom je terecht in de meldkamer van de LID. Je melding wordt opgenomen in het systeem en verwerkt zodat het bij de juiste afdeling terecht komt. LID staat voor Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, een onderdeel van de Dierenbescherming.

Welke gegevens zijn er nodig?

  • De gegevens van de te melden situatie. Soms is dit een duidelijk adres, zoals een straat en huisnummer, soms is het een omschrijving, bijvoorbeeld een grasveld achter dat en dat huis. Soms is er ook een naam bekend. Indien je de postcode weet is het ook handig die erbij te vermelden.
  • Informatie over de te melden situatie. Om wat voor dieren gaat het, hoeveel zijn het er, hoe zien ze eruit (kleur bijv), wat is hun conditie, hoe is de huisvesting. Wat is precies de melding? Zijn er nog andere dieren aanwezig?
  • Gegevens van jezelf. Denk hierbij aan je naam en telefoonnummer en eventueel adresgegevens.
Een melding kan niet anoniem gedaan worden. Je gegevens worden echter zorgvuldig behandeld. Onder geen beding wordt er aan de zogenaamde beklaagde ook maar iets verteld over de melder. De gegevens worden ook niet aan anderen doorgegeven. De gegevens worden gevraagd om indien nodig nog contact op te kunnen nemen. Stel dat de lokatie bij bezoek niet duidelijk omschreven is, dan kan er gebeld worden. Ook kan er via de gegevens teruggekoppeld worden wat het resultaat is van de melding.

Wat gebeurt er met de melding?
Je melding wordt opgeslagen in het MOLsysteem. Hierbij wordt de melding zo opgeslagen dat hij bij de goede afdeling staat. Iedere afdeling heeft een gebruikersnaam en wachtwoord waarmee in het systeem ingelogd kan worden. Na inloggen kunnen alle meldingen die bij die afdeling horen bekeken worden. Afdeling Delfland ziet dus alleen de meldingen van Delfland, niet van de andere afdelingen etc.
Er zijn bepaalde afspraken over wie welke melding behandelt. De meeste meldingen worden behandeld door de afdelingsinspecteurs. Dit zijn mensen die op vrijwillige basis de inspectie van een afdeling op zich nemen. Ze hebben hiervoor een opleiding gevolgd binnen de Dierenbescherming. Voor sommige meldingen is het nodig dat de inspecteur meer bevoegdheid heeft, zoals inbeslagname (het wegnemen van het dier bij de eigenaar). In heel Nederland zijn er zo'n 12 districtsinspecteurs. Dit zijn beroepskrachten die in dienst zijn van de LID. Iedere districtinspecteur heeft enkele afdelingen als zijn of haar werkgebied. Zij hebben meer bevoegdheden dan de vrijwillige afdelingsinpecteurs. Daarnaast is er nog de AID, de Algemene Inspectie Dienst. Dit is een onderdeel van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), een onderdeel van de overheid dus. De AID behandelt meldingen omtrent wilde dieren en vee (koeien, schapen etc). In het systeem wordt aangegeven voor wie de melding bedoeld is. Ook kan een afdelingsinspecteur besluiten de LID of AID in te schakelen.
De inspecteur gaat naar aanleiding van de melding in het MOLsysteem de melding behandelen. Het begint meestal met een bezoek aan de aangegeven lokatie of het adres. Soms blijkt de melding ongegrond, alles is in orde of het dier is al onder behandeling door een dierenarts voor het probleem, de melding wordt afgesloten en de melder op de hoogte gesteld.
Als de melding wel gegrond blijkt, dan kijkt de inspecteur wat er gedaan moet/kan worden. Soms is informatieverstrekking voldoende, soms moeten er afspraken gemaakt worden (bijvoorbeeld dat de eigenaar voor een bepaalde datum een dierenarts inschakelt om een gezondheidsprobleem te verhelpen). In sommige gevallen is dit niet voldoende en worden de dieren in beslag genomen en/of wordt er proces verbaal opgemaakt. De eigenaar kan dan bijvoorbeeld een boete opgelegd krijgen.
Pas als zeker is dat het welzijn van de dieren gewaarborgd is, wordt de melding afgesloten en wordt de melder op de hoogte gesteld. De gegevens van afgesloten meldingen worden opgeslagen, voor het geval ze in de toekomst nog nodig zijn. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat de eigenaar een jaar later weer de fout in gaat. Dan kunnen de gegevens van eerdere meldingen erbij gehaald worden.

Hoe snel wordt de melding afgehandeld?
Dit is variabel. De ene melding is met 1 bezoek afgehandeld, de andere melding duurt maanden voordat zeker is dat het welzijn van de dieren gewaarborgd is. Ook wordt niet iedere melding diezelfde dag behandeld. Omdat de meeste meldingen door de vrijwillige afdelingsinspecteurs behandeld worden, kan niet iedere melding direkt behandeld worden. Er wordt gekeken naar de ernst van de melding en er wordt zo spoedig mogelijk een bezoek gebracht. Het hangt er ook vanaf hoeveel meldingen een afdeling open heeft staan.
Het is ook zo dat niet in ieder geval iets gedaan kan worden. Sommige praktijken lijken tegen de wet in te gaan, maar blijken dat niet. In zo´n geval kan een inspecteur informatie en advies geven, maar meer niet. De wetgeving van Nederland over dierenwelzijn en dierenrechten laat hier en daar nogal wat te wensen over, en inspecteurs kunnen niet voor eigen rechter gaan spelen.